- In december 2023 was 3,6% van de beroepsbevolking werkloos, zo blijkt uit cijfers van het CBS.
- Dat is iets meer dan de maand ervoor, maar gelijk aan het gemiddelde van heel 2023.
- In 2023 nam vooral bij jongeren van 15 tot 25 jaar de werkloosheid toe.
- Lees ook: ‘Chatbots op basis van AI zorgen voor ontwrichting arbeidsmarkt’
De werkloosheid in Nederland is in december licht toegenomen ten opzichte van een maand eerder. In de laatste maand van het jaar zat 3,6 procent van de beroepsbevolking zonder betaald werk, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In november was dat 3,5 procent. Het aantal WW-uitkeringen bleef in december vrijwel gelijk. Over heel 2023 kwam de werkloosheid ook uit op 3,6 procent. Dat is nog altijd relatief laag en wijst op een aanhoudend krappe arbeidsmarkt.
Minder mensen buiten de beroepsbevolking
In december hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om verschillende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht of daar niet direct beschikbaar voor waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend.
Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld daalde het aantal mensen buiten de beroepsbevolking in de afgelopen drie maanden met 9.000 per maand.
Meer jongeren werkloos
Gemiddeld over heel 2023 is het aantal werklozen licht gestegen ten opzichte van een jaar eerder, van 350.000 naar 359.000. Het werkloosheidspercentage steeg van 3,5 procent naar 3,6 procent.
Alleen onder 45-plussers nam de werkloosheid af, van 104.000 naar 92.000. Vooral bij jongeren van 15 tot 25 jaar nam de werkloosheid toe, van 134.000 naar 149.000. Bij 25- tot 45-jarigen nam het aantal werklozen licht toe.
Het UWV verstrekte in december bijna 161.000 WW-uitkeringen. Dat was vrijwel evenveel als aan het eind van november.
In december werden er 19.900 duizend uitkeringen beëindigd, terwijl er 20.800 nieuwe uitkeringen bij kwamen. De WW-uitkeringen namen toe in de sectoren bouw, landbouw, groenvoorziening en visserij. In het onderwijs was sprake van een daling.